… en opeens is de lucht weer blauw …

Deze blog wordt weer tot leven gewekt. Om de zovele redenen. Hoe vaak word ik niet gevraagd wanneer komt er iets nieuw op je scherm. Waar is je inspiratie? Natuurlijk zijn er antwoorden daar op. Maar het ligt iets complexer. De digitale wereld maakt een enorme evolutie door. Overaanbod dood mijn creativiteit. Zo ver sta ik nu – om halt te roepen – en eigen keuzes te maken. Leven of geleefd worden. Daar moet ik niet lang over denken. Terug van weggeweest. Gegroet beste lezer.

Op het verkeerde been

Verleden jaar in april postte ik hier mijn laatste bericht. Mijn tafel vol rozijnen had reeds de vorm aangenomen van een tafelberg. Zo dacht ik er toch over. Maar een mens is voortdurend in verandering. Ook ik, ontsnapte daar niet aan. Er kwam WhatsApp en Messenger en Netflix. Twitter kwam zich daar in de buurt nestelen. Korte tekst of mededelingen, een foto en een grap. Ondertussen meldde zich mijn pensioen aan. Uit de wilde verhalen van vroeger om een deftig pensioen te verwerven wapende ik mij daartegen. Ik wou en zou me niet laten doen. Kafka dacht daar anders over.  Kafka vertelde me dat alles geregistreerd is. Dat ik gewoon de officiële papieren diende in te vullen en de nodige tijd moet afwachten en dat ‘My pension’ alles in orde zal brengen. dat was ook zo. De start van een gepensioneerd  leven. Voor het eerst had Kafka gelijk.

Aangestoken in de zorgwinkel

Soms moet een mens eens een schop onder zijn gat krijgen. Wakker geschud worden. Efkens verschieten. Zoals ik nu om dan weer verder te kunnen schrijven met nieuwe verse inkt, maar vooral met een helder hoofd. Zo is dat. Ik kwam een mede blogger tegen in de zorgwinkel, symbolischer kan het niet. De moed zakte in mijn schoenen. Precies waren alle trucken van de foor op en kon ik gewoon zeggen: ‘Ach het komt er gewoon niet meer van. Ik ben al een tijdje bezig met mijn gewicht’. Beiden hadden we precies excuses die eigenlijk niet nodig waren. We wisten beiden dat alles op een laag pitje draaide. We gaven elkaar de hand bij het buitengaan en precies op dat moment kwamen mijn vingers wakker, begon het radertje met tekst terug te draaien. Ik ben er blij mee, een ontmoeting met niet veel lawaai. Maar toen in buiten uit de zorgwinkel kwam donderde het en bliksemende het in mijn hoofd. Ik ben weer aangestokenTijd om te bloggen.

Verbrand

Mijn gezicht is verbrand. Stom van me. Een dwarsligger zitten lezen in volle zon op een bankje, tegen de gevel van het binnenhof  op het Domein Alden Biesen. Verder lezen eigenlijk, want ik was al een tijdje verdiept in ‘Extreem luid en ongelooflijk dichtbij’ van Jonathan Safran Foer. Maar gisteren was tijd en uur onbestaande terwijl ik las. Er staan heel mooie zinnen te lezen, waarbij ik zo kan wegdromen en genieten van de mooie woorden. Mooie brieven zijn er ook. Heb altijd al graag brieven gelezen. Het verhaal gaat over een 9-jarig jongentje die zijn vader verliest bij de aanslagen op de Twin-Towers. Het fascineerde me gisteren. Toeval of niet, een boek lezen over het drama in New York. Mijn gezicht gloeide van zoveel zon op te nemen. Gloeiend van terreur en brand.

De eerste blog van het jaar.

Zo gaat het dus als ik tijd tekort hebt om alles te doen wat ik graag doe. Ik zou me eigenlijk moeten programmeren of toch minstens organiseren om tot een genoegdoening te komen en vrede te nemen met al mijn activiteiten. ‘Als ik ooit eens vijf minuten tijd hebt’ zong Louis Neefs. Zo voel ik me nu een beetje. De gedachte is er… de start is gekomen… ik ga terug bloggen. En zoals ik ooit eens schreef we zien wel wat er komt.

De laatste dag van ’t jaar.

Ik ken dat, de laatste dag van het jaar. Zo’n dag als een nulpunt waarop je onopgemerkt je tijd zit te verprutsen. Als het ware zit te wachten op volgend jaar. Het is zo een beetje als afzwaaien. Afscheid nemen van dit jaar maar niet echt uitgesproken. Beste lezer of bezoeker, ik wens je een mooie tijd toe en geniet ervan.

Niet één uitschuiver

De Ardennen deden deugd. ‘Sneeuw was er niet meer’ zei de verhuurder van ons huisje. Iedereen die me kent weet dat ik  een haat-liefde verhouding heb met sneeuw. De eerste sneeuw kan ik omhelzen, koesteren, ja zelfs mij poëtisch helemaal laten gaan. Het is feest bij elke vlok die naar beneden komt. De eerste sneeuw … en mijn geluk als gelukkigste mens ter wereld kan dan niet op. En in de Ardennen was de sneeuw op. Gelukkig maar. De gedachte alleen al aan een uitschuiver bij smeltende de sneeuw maakt me helemaal verward. Ik wil houvast evenveel in mijn hoofd als onder mijn zolen. En daar zit nu namelijk het verschil. De eerste sneeuw is het mooiste wat er is. De onzekerheid bij alles wat geen eerste sneeuw meer is maakt het allemaal zo ingewikkeld. De Ardennen waren dus heerlijk. Kilometers wandelen. Drie dagen na elkaar zonder maar een keer te moeten nadenken aan een uitschuiver. Dat is heerlijk, net als de gloeiende wangen en dat ene glaasje achteraf. 

In de wind gaan liggen

De titel klinkt nogal vreemd maar zondag lag ik onverwacht  met de wind te balanceren. Letterlijk. Een onzichtbaar ruggensteuntje om mij wiegend te vleien in een soort windrelax zorgde daarvoor. Het was heerlijk om in en met de wind te spelen? Nochtans heb ik het hier al eens anders zitten schrijven. Dat is een vreemde en aangename vaststelling. Ik schreef eerder: ‘Ze hebben het voorspeld, de weervoorspellers. Er komt storm, zo’n échte zuidwester… ze zitten er pal op. Het stormt. Het is mijn ding niet. Ik schuil en bedank voor dit soort van weertype. Vandaag zie je me niet, vandaag ben ik nergens te bespeuren. Die hevige windstoten ze dreunen tot diep in mijn lijf. Ik vind met moeite rust.’

Hoe ik zomaar kan veranderen van menig. Hoe ik dat zomaar aanvaardde alsof het een fluitje van een cent was. Geen last of angst. Gisteren was het stevig tot 110 km/u. Ik genoot daarvan. Als de wind maar goed zit stelde ik vast. Met mij is het net hetzelfde ik draai in de goede richting en dat is hoopvol.